via uitgeverij Gideon |
Inleiding (Sörensens inleiding dus)
Het grootse gedeelte van de inleiding bestaat uit het beschrijven van de komende hoofdstukken. Daar ga ik niet op in, want daar komen we vanzelf wel. Wat overblijft is de eerste pagina en een aantal kanttekeningen, daar zal ik het relevante uit citeren.
"Eén van de grootste redenen dat de evolutietheorie zo'n invloed heeft in de westerse wereld, is dat de meeste mensen zich er weinig vragen bij stellen. Men hoort de wetenschappelijk klinkende uitleg, ziet de indrukwekkende tekeningen en gaat er blindelings van uit dat het allemaal klopt."Sörensen gaat er hier vanuit dat een ongeschoold persoon zo door de evolutietheorie heen kan prikken als hij daar de moeite maar voor wilt doen, zonder uit te leggen wat al de wetenschappers dan voor de gek houdt. Het is een vreemd idee; mensen weiden hun hele leven aan de theorie en een leek kan alle vindingen in één blik omver stoten? Zo'n vreemde voorstelling zou in elk ander boek een onmiddellijke verklaring eisen. Niet hier. Wij worden geacht dit maar op Sörensen's woord aan te nemen. De meest onwetenschappelijk denkbare aanpak dus.
"Steeds opnieuw sta ik er versteld van hoe gemakkelijk een doorsnee mens misleid kan worden."En daarom is het belangrijk je leraren zorgvuldig uit te kiezen. Persoonlijk zou mijn eerste keus niet vallen op iemand die geen werk van biologen gebruikt in een boek met een biologisch onderwerp.
"Toch weten we, als we eerlijk zijn, maar al te goed dat er ergens iets niet klopt. Het is alsof we diep in ons binnenste aanvoelen dat er iets niet in de haak is, met dat hele verhaal dat de adembenemende schoonheid en verbazingwekkende complexiteit van de natuur zomaar vanzelf tot stand gekomen is. Maar we leggen ons innerlijke alarmbel het zwijgen op, omdat 'de wetenschap het bewezen heeft'."Als iets je ongemakkelijk doet voelen, is dat niet meteen een indicatie dat het dan ook meteen niet klopt. Dat zou tot een zeker punt kunnen werken voor moraliteit, maar aanvoelen of feiten juist zijn is geen logische doenswijze. Het universum is jou geen goed gevoel verschuldigd. Je hebt het over 'weten' dat iets niet klopt en vervolgens gebruik je woorden als 'aanvoelen' en 'innerlijke alarmbel'. Dat is geen kennis, dat is emotie. Evolutie heeft niets te maken met hoe goed jij je erbij voelt. En weer gebruik je de woorden 'zomaar vanzelf'. Zoals eerder al gezegd, je schijnt te vergeten dat het verhaal is dat je zelf probeert te verkopen handelt in 'zomaar'.
"Door de dichte mist van ondoordringbare wetenschappelijkheid die de evolutietheorie omhult, schrikken veel mensen ervoor terug om zich in dat schimmige gebied te wagen."Ik zal, als een amateur die zeer in de evolutie geïnteresseerd is, zeker niet ontkennen dat de details rond de evolutietheorie lastig kunnen zijn. Maar van een dichte mist lijkt mij zeker geen sprake, aangezien de algemene theorie best te begrijpen is. Evolutie stelt een gemeenschappelijke afstamming voor. Dat wil zeggen, al het leven op aarde is een aftakking van een enkele bron, een gemeenschappelijke voorouder. Afstamming met modificatie is het simpele feit dat wanneer twee ouders kinderen krijgen, die kinderen meestal geen exacte replica's van hun ouders zijn. In plaats daarvan is er variatie. Dit kan je zelf observeren. Natuurlijke selectie maakt "gebruik" van die variatie en van mutatie. De varianten die het best bij hun omgeving passen hebben een grotere overlevingskans en daardoor een grotere kans om hun genen, en daarmee hun specifieke variatie, door te geven aan de volgende generatie. Zoals eerder besproken wilt het feit dat een ouder een bepaalde eigenschap heeft niet meteen zeggen dat het nageslacht dan ook meteen dat eigenschap heeft. Maar als de variatie nuttig genoeg is om de overlevingskans significant te verhogen zal het overbrengen van die eigenschappen geen geïsoleerd incident zijn maar steeds vaker voorkomen, tot het de norm is. In het geval van mutatie wordt de variatie sneller wel direct als regel direct doorgegeven. Als dit alles nog wat abstract is zal ik een voorbeeld geven. Stel je een groep grijze veldmuizen voor dat van een grijs naar een bruin veld emigreert. Als zij daar lang genoeg blijven zullen er stukje bij beetje (generatie na generatie) steeds meer bruine veldmuizen komen, tot dat de norm is. Het is immers makkelijker voor roofvogels om de grijze muizen te spotten, dus die worden het meest opgegeten. Als je dood gaat voordat je kan reproduceren is die genetische informatie dus uit de lineage verdwenen. Dat is één verandering. Blijf dat doen en je begint te zien hoe evolutie werkt. Nou is natuurlijke selectie niet het enige evolutionaire principe, maar het leek me een prima plek om mee te beginnen. Het is min of meer Darwin's claim to fame. Een bekend voorbeeld van hem uit de praktijk zijn de vinken van de Galapagos eilanden. Hieronder een illustratie.
via Pearson Education inc., myweb.rollins.edu |
"Ieder normaal mens heeft verstand genoeg om deze zaak te kunnen onderzoeken."
In oppervlakkige zin zijn we het hier helemaal eens. De basisprincipes van de evolutietheorie liggen voor iedereen klaar om ontdekt te worden. Dus ga op pad! Lees, kijk, luister! Hoe iemand bij een conclusie in het nadeel van evolutie kan komen, is mij echter een raadsel. Ik was zelf ooit ook een creationist. Eerlijke research is wat daar verandering in heeft gebracht.
"Om eerlijk te zijn, moet ik zelfs zeggen dat het verbazingwekkend eenvoudig is om de evolutietheorie te weerleggen."
Dat was hoogmoed, blijf hangen voor de val.
"Eén van de reden dat ik dit boek schrijf, is om te vertolken wat experts zeggen. Hun vakkundige uiteenzettingen zijn vaak moeilijk te begrijpen voor iemand die er weinig van weet. Daarom 'vertaal' ik hen als het ware, zodat meer mensen het kunnen begrijpen."
En daar hebben we een fundamenteel probleem met dit boek. David Sörensen, een man die duidelijk al zijn kennis over evolutie uit creationistisch materiaal heeft gehaald (dit is geen speculatie, al zijn bronnen zijn creationistisch), 'vertaalt' de tegenargumenten voordat hij ze beantwoord. Hij komt dan eens even haarfijn uitleggen waarom zijn eigen interpretatie van dingen niet klopt. Ik hoef u natuurlijk niet uit te leggen waarom dit een bijzonder oneerlijke methode is. Dit is ook meteen de reden waarom Sörensen met van die onzinnige termen (toeval, ongeluk, zomaar) zit rond te smijten wanneer hij het over de evolutietheorie heeft: hij kan een argument alleen neerhalen wanneer het onherkenbaar door hem zelf verminkt is. Dat haalt dit boek meteen neer naar de vicieuze cirkel van iemand die ruzie heeft met zichzelf.
"Je bent geen onbelangrijk stofje in aan absurd heelal, maar een unieke, waardevolle persoon. Je bent een fenomenaal meesterwerk! Kostbaar, uniek en geliefd..."
Een beroep op emotie, classy (ik heb het citaat trouwens niet afgekapt, Sörensen weet niet hoe beletseltekens werken).
Hoofdstuk 1
Op de pagina die toegewijd is aan het duidelijk maken dat het eerste hoofdstuk er nu toch echt aan zit te komen vinden we de volgende tekst:
"Vissen veranderen in amfibieën, die verder evolueerden tot reptielen, die op hun beurt zomaar vanzelf transformeren tot zoogdieren en vogels."
Zelfs als we het volkomen onjuist gebruik van de woorden 'zomaar vanzelf' negeren, hebben we al voor dat het hoofdstuk begint een prachtig voorbeeld waarom er een grens is aan simplificatie. Er wordt hier duidelijk gesuggereerd dat er zomaar langs de taxonomische rangen wordt rondgehuppeld, alsof er wordt gesuggereerd door wat voor bioloog dan ook dat er van klasse naar klasse wordt gerold. Dit is zeker geen juiste representatie van evolutie. Evolutie is een langzaam en geleidelijk proces. Wij zijn een soort de we Homo Sapiens genoemd hebben. Het lijkt niet meer dan logisch dat er ooit een eerste Homo Sapiens was. Toch is dit niet het geval. Op geen punt in de geschiedenis zijn een Homo Heidelbergensis koppel de ouders geworden van een Homo Sapiens, het is een geleidelijke schaal. Wanneer je beseft hoe geleidelijk dit proces zelfs binnen in één soort is, is het des te vreemder te zien hoe Sörensen in zijn foutieve beschrijving van de evolutietheorie van klasse naar klasse springt. Even voor de duidelijkheid (en met de mens als voorbeeld nemende), eerst is er het soort zelf (Homo Sapiens (Sapiens)), dan het geslacht, ook wel genus genoemd (Homo), dan komen we bij de familie (Hominidae, Mensachtigen), dan de orde (Primates, Primaten) en dán pas de klasse (Mammalia, Zoogdieren). Lees het bovenstaande citaat nog eens met dit in het achterhoofd.
De eerste twee pagina's besteed Sörensen vervolgens aan kosmologie. Ik heb er even aan getwijfeld of ik dat hier zou moeten behandelen, aangezien ik de focus op evolutie probeer te houden (iemand moet het doen), maar de verbazingwekkende onkunde van de auteur is als een wrak waar ik m'n ogen niet van af kan houden.
"Zo'n twintig miljard jaar geleden was er niets."
13,8 miljard jaar geleden vond de oerknal plaats. Niemand (of nou ja, geen enkele wetenschapper in ieder geval) beweerd zeker te weten wat er voor de oerknal was. Als je al kunt spreken van 'voor de oerknal', aangezien ook tijd, in ieder geval in de vorm zoals we het kennen, eruit voorkomt. Dit klinkt misschien vreemd, maar bedenk je dat de oerknal niet slechts een explosie van materie was, maar eerder een snelle uitdijing van het alles.
"Uit dat niets kwam opeens een klein bolletje gloeiendhete samengeperste energie."
Pretty much. Niemand beweerd iets te weten over de oorsprong van de singulariteit, maar we weten ondertussen wel dat er sub-atomische deeltjes zijn die constant in en uit het bestaan glijden, en dus dat het volgens de natuurwetten mogelijk is voor de singulariteit om 'uit het niets te ontstaan'. Hoe dit mogelijk is? Dat weten we nog niet precies. Misschien een multiversum? Of iets extra-dimensionaals? Hoe het ook zij, het is in ieder geval mogelijk.
"Dat bolletje ontplofte met een kracht miljoenen malen krachtiger dan een atoombom. Door deze explosie werden neutronen, protonen, electronen en atoomkernen in het niets geslingerd, waardoor het heelal gevormd werd."
Je vergeet dat, zover we weten, er niets buiten de singulariteit/oerknal is. Daarmee bedoel ik niet 'lege ruimte', maar echt niets. Stel je dus geen losse deeltjes voor die de lege ruimte in worden geslingerd, maar het complete universum dat zich op hoog tempo uitdijt.
Dan schrijft Sörensen het één en ander over de vorming van sterren en planeten. Aangezien hij de planeten als 'brokken' omschrijft denk ik dat hij niet op de hoogte is van gasplaneten (Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus in ons zonnestelsel). Hij is verzot op het woord 'stofjes', dat hij drie keer in één paragraaf gebruikt. Hij eindigt dat paragraaf dan ook met de schuingedrukte zin:
"En natuurlijk Aarde. Die ontstond ook uit stofjes die aan elkaar bleven plakken."
Ik vermoed dat hij het woord 'stofjes' zo graag gebruikt omdat het al snel de visualisatie van letterlijke stof teweegbrengt. Dat zou suggereren dat bijvoorbeeld het creëren van Adam uit stof helemaal niet zo ver weg ligt van het wetenschappelijk alternatief. Dit beeld houd niet stand wanneer je een wat eerlijkere uitleg geeft. Een samenvatting voor wie de link niet volgen kan: Zo'n 4.7 miljard jaar geleden was onze zon geboren uit de restanten van een grotere ster die als een supernova aan zijn einde gekomen is. De Aarde is een van de vele objecten die uit de overgebleven, chemisch verreikte, restanten is ontstaan. Als je je afvraagt hoe dat 'aan elkaar plakken', zoals Sörensen het noemt, mogelijk is, het antwoord is simpelweg zwaartekracht. Materie trekt materie aan. Zware elementen (zoals ijzer) zonken diep in de Aarde, waar koolstof prominenter was naar de oppervlakte dat vormde tijdens de koeling van de planeet.
"Vooraleer dat proces klaar was, was er eerst een vreselijke chaos. Brokken en elementen vlogen kris-kras in alle richtingen en botsten tegen elkaar. Uit deze chaotische toestand kwam toevallig ons volmaakt geordende, evenwichtige zonnestelsel voort -een goed uitgekiemd systeem van krachten die op elkaar inwerken en samen een harmonie vormen."
Sörensen verward hier 'wat is' met 'wat moet zijn'. Alleen omdat iets nu werkt, wil niet zeggen dat het de perfecte vorm is. Sterker nog, de ruimte is ons niet vriendelijk, het is er lastig te overleven. Zonder atmosfeer of ruimtepak ben je sowieso dood. Hoe rijmt dit met een voor ons gemaakt universum? Of is het alleen maar gemaakt om naar te kijken? Want in dat geval wil ik je er graag op wijzen dat wat wij vanaf de aarde kunnen zien slechts een zeer kleine fractie is van het universum.
Vervolgens doet Sörensen een poging abiogenese uit te leggen. Opvallend is dat hij constant zijn eigen buzz-woorden toevoegt. Daar bedoel ik de volgende woorden mee:
"(...) toevallig (...) geheel vanzelf (...) zomaar vanzelf (...) spontaan (...) automatisch (...)"Dit alles uit een alinea met vijf zinnen. Het is niet moeilijk te zien waar Sörensen de lezer naartoe probeert te sturen. Het is ook niet moeilijk te zien dat hij abiogenese al net zo slecht begrijpt als de biologische taxonomie. Vervolgens omschrijft hij de evolutie van watergebonden levensvormen dat volgens hem in één klap van de eerste "oervisjes" naar de moderne aquatische dieren stapt. Hiermee slaat Sörensen zo'n 600.000.000 tot 900.000.000 jaar over. Oeps. Nou ja, wat is een paar honderd miljoen meer of minder? Toch nog een hele hoop, zo blijkt. Dus wat is er hier aan de hand? Is Sörensen een nog slechtere wiskundige dan ik zelf, of misleid hij willens en wetens zijn lezers?
"De ene vis is 'beschilderd' met fluoriderende kleuren, terwijl een andere grauw van toon is. Sommige vissen zijn giftig en agressief; andere zijn kwetsbaar en bang. De ene soort is meterslang, de andere piepklein. Toch evolueerden al deze vissen vanzelf uit dezelfde 'vooroudervisjes'."
David, Mr. Sörensen, lieverd, je probeert toch niet echt diversiteit als argument tegen evolutie te gebruiken? Dit laat alleen maar een onwetendheid over de voltrokken tijd zien (pro tip: het heeft langer dan 6000 jaar geduurd). En waarom weer dat woordje 'vanzelf'? Schuin gedrukt, nota bene! Dit kan je alleen met een recht gezicht geschreven hebben als je principes als natuurlijke en seksuele selectie volledig negeert. En dat terwijl dit boek over evolutie zou moeten gaan!
"Het wonderlijke evolutieproces hield niet op, want vissen begonnen opeens op het land te kruipen."
Nou nee, niet 'opeens'. Deze Tetrapoden waren fundamenteel verschillend van de moderne vis. Toch kunnen we zelfs vandaag eigenschappen van deze dieren terugvinden, deze moderne dieren zijn niet de exacte dieren van zoveel jaar geleden, maar ze bewijzen dat de eigenschappen die Sörensen nonchalant weg probeert te wuiven (overgangsvorm tussen vin en poot, vis en amfibie, kieuw en long) prima kunnen bestaan. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende dieren:
via beauty-animal.blogspot.nl |
Visser met Indonesische Coelacant. Let op zijn dikke, sterke, lange, pootachtige borstvinnen.
De Modderkruiper. Hij kruipt over modder (bio hoeft niet lastig te zijn). Om preciezer te zijn, het is een compleet amfibische vis dat zijn borstvinnen kan gebruiken om op het land te lopen. Het is niet de enige lopende vis, maar wel het beste voorbeeld dat ik heb kunnen vinden. De Modderkruiper kan zelfs op vegetatie en rotsen klimmen en blijft voor relatief lange periodes boven water.
via National Geographic |
Dus zelfs als we geen fossielen uit de tijd hadden waarin het leven zich voor het eerst uit het water bewoog, hadden we uit de eigenschappen van moderne dieren kunnen opmaken dat het wel degelijk mogelijk is. Maar, als 'icing on the cake', hebben we die fossielen wél. Aanschouw, de Tiktaalik:
via Wikipedia |
via news.uchicago.edu |
"Haringen, forellen en goudvissen veranderden tot kikkers, padden en salamanders."Nee. Gewoon nee. Niet eens een beetje. Als je zo'n oneerlijk beeld moet geven van je tegenstander's positie om tegenargumenten te kunnen geven heb je eigenlijk al verloren. Het is in principe toegeven dat je eigenlijk best weet dat je alleen tegen een stroman op kunt worstelen. De fout die Sörensen hier maakt is hetzelfde als toen ik net taxonomie erbij haalde. Evolutie is een geleidelijk proces. Wanneer een dier in één keer in een compleet ander dier zou veranderen zou de theorie juist in de problemen komen. Laten we als voorbeeld goudvis naar salamander nemen. Meteen al is er het probleem dat 'goudvis' een specifieke soort is, maar 'salamander' niet. 'Salamander' is een orde (Caudata). De goudvis daarentegen zit in de orde der Karperachtigen. Hij zit in de klasse der Straalvinnigen, waar salamanders in de klasse der Amfibieën zit. Sörensen is zijn lezers dus aan het wijsmaken dat volgens de evolutietheorie dieren in een generatie van klasse veranderen. Terwijl, nogmaals, als dat in het echt zou gebeuren de evolutietheorie juist op z'n kop zou zetten.
"Sommige kregen zomaar vanzelf een felgekleurde huidskleur en een giftige rug. De tong van deze amfibieën ontwikkelde spontaan tot een zeer krachtige, kleverige spier, waarmee ze vliegende insecten uit de lucht kunnen 'plukken'."Kleine kanttekening hier, "felgekleurde huidskleur"? Heb je geen editor? In ieder geval, nee. Niet 'zomaar vanzelf', niet 'spontaan'. Natuurlijke selectie. Weet je nog, grijze muizen / bruine muizen? Darwin's vinken?
Sörensen gaat nog een pagina lang door met dieren zonder reden doortrekken naar andere dieren (a la goudvissen naar salamanders), maar daar ga ik je niet aan onderwerpen. De volgende pagina is geweid aan de evolutie van de mens in het specifiek.
"Bij al deze miraculeuze metamorfosen bleef het niet, want er was een klein, katachtig diertje..."Katachtig? Dit laat ons met twee opties. A: David Sörensen vindt dat ééncelligen op katten lijken. B: David Sörensen heeft een boek geschreven over evolutie zonder te weten wat het is. Wat lijkt u het meest waarschijnlijk, beste lezer? Ik neem aan dat Sörensen met 'katachtig' een vroege zoogdier uit onze lineage aan het beschrijven is (en dat hij het niet letterlijk over Felidae heeft), maar ik zou niet weten welke. Sörensen doet namelijk nergens de 'moeite' om ergens te vermelden over wat voor dier hij het Überhaupt heeft. Bijzonder slordig.
"...dat onder invloed van de omgeving en door de werking van willekeurige natuurlijke processen, begon te evolueren tot een aapachtig wezen."Wacht eens even, 'onder de invloed van de omgeving'? Je hebt dus wél van natuurlijke selectie gehoord. Waarom maak je dan fout na fout dat natuurlijke selectie negeert? Maak je die omissie om je publiek te misleiden? Of ben je gewoon in het wilde weg gaan typen zonder na te denken over wat je aan het zeggen bent? En als je het daadwerkelijk over een katachtig wezen hebt lijkt het me wat snel om hier een definitieve richting naar primaten neer te zetten.
"Hierbij veranderde ook dat diertje van top tot teen. Zijn vacht, ledematen, zintuigen, genen, bloed, gedragingen, letterlijk alles werd anders."Dat klinkt alleen vreemd als je uitgaat van een plotselinge verandering. Als je deze veranderingen in de juiste context zet en bedenkt dat zoogdieren hier zo'n 256 miljoen (256.000.000!) jaar voor gehad hebben, is het opeens zo gek nog niet. Sterker nog, aannemen dat in al die tijd niks hoort te veranderen lijkt mij de vreemdere actie.
"Dit gebeurde zomaar vanzelf, in de loop van ettelijke duizenden jaren."Je kan de zin 'zomaar vanzelf' niet meer gebruiken nadat je min of meer toegegeven hebt dat je van natuurlijke selectie gehoord hebt. En duizenden jaren? Duizenden? Nu weten we wat Sörensen op een kat vind lijken: de vroege Homo Sapiens.
"Miauw"
En dan geef ik hem nog de voordeel van de twijfel, gezien hij er niet bij heeft gezegd hoeveel duizend jaar.
"Miauw"
"Na verloop van tijd begonnen de nakomelingen van dit aapbeest zelfs rechtop te lopen. In hun hersenen ontstonden toevallig verschillende nieuwe elementen zoals de halfcircelvormige kanalen die het rechtop lopen mogelijk maken."
Viervoetig en tweevoetig door het leven gaan hebben allebei hun voor en na -delen. Onze voorouders hadden de meeste overlevingskans als tweevoetige, en dat werden ze dan ook door het proces van natuurlijke selectie. Ik zal dit niet vast pinnen aan een enkel evenement, het proces is complexer geweest dan dat. Het is in ieder geval dus niet zo dat zij rechtop zijn gaan lopen vanwege een plotselinge verandering in het brein, dat is het gevolg voor de oorzaak plaatsen. In plaats daarvan is het brein, stukje bij beetje, mee geëvolueerd.
"Toevallige mutaties zorgden ervoor dat er langzamerhand een 'spraak-centrum' tot stand kwam in hun hersenen."
Sörensen maakt hier dezelfde fout als in het vorige citaat. Dat doet hij hierna nog twee keer, maar daar zal ik je niet mee lastigvallen. Het principe is duidelijk. De volgende alinea begint hij met 'kortom', maar juich niet te vroeg, het hoofdstuk heeft nog zeven pagina's te gaan.
"Kortom: de zonnestelsels, sterren en planeten, de aarde, zon en maan, samen met alle planten en dieren, en uiteindelijk de mens, ontstonden zomaar vanzelf, door toevallige mutaties en natuurlijk selectie."
Aan de ene kant ben ik bijna blij dat Sörensen de term 'natuurlijke selectie' eindelijk gebruikt heeft in een boek wat over evolutie zou moeten gaan. Helaas gooit hij zijn geliefde 'zomaar vanzelf'in dezelfde zin. That word you keep using. I do not think it means what you think it means.
"Cru gezegd: de mens ontstond door talloze fouten (mutaties) bij het kopiëren van de genen tijdens de voortplanting."
Ik heb zelf enige moeite met het afwijken van de norm een 'fout' noemen. 'Variatie' lijkt me beter.
"Dat is de evolutietheorie."
Ik denk dat je zelf al vrij grondig gedemonstreerd hebt waarom je geen autoriteit bent wat betreft de definitie van 'evolutietheorie'.
Dan citeert Sörensen de Amerikaanse "bioloog" Jerry R. Bergman:
"Het evolutionair naturalisme, ofwel atheïsme..."
Nee, dat zijn duidelijk geen synoniemen. Dat iemand niet in een god of meerdere goden geloofd wil niet meteen zeggen dat die persoon dan ook meteen de evolutietheorie accepteert. Zo zijn er Dharmische religies, zoals het Boeddhisme, dat wel tempels heeft die geweid zijn aan verlichte mensen, maar geen goden (met uitzondering op een paar kleinere vertakkingen). Het is dus strikt gezien een atheïstische religie, die zo zijn eigen ideeën heeft over het ontstaan van variate in het dierenrijk. Aan de andere kant zijn er zat religieuze mensen die de evolutietheorie wel accepteren, waaronder een groot aantal Christenen. Zo is het de officiële stelling van de (Rooms-) Katholieke Kerk dat evolutie gewoon klopt. Daarbij zal je grote moeite hebben met het vinden van Christelijke biologen die het met Sörensen eens zijn. Behalve mensen als Jerry natuurlijk, maar daar straks meer over.
"...leert dat het leven is begonnen door de toevallige botsing van genoeg atomen die complexe moleculen vormden, die exacte kopieën van zichzelf voortbrachten."
Dat is niet wat abiogenese zegt. Daarbij komt dat abiogenese en evolutie twee verschillende dingen zijn. En oh nee toch, nóg iemand die niet weet wat toevallig betekend. Kill me. Kill me now.
"Deze hypothetische moleculen evolueerden tot cellen en, in miljarden jaren, tot al het leven dat nu bestaat."
Of het begin van de zin klopt ligt er aan wanneer je de start van evolutie precies plaatst, maar dit ziet er over het algemeen uit als een accuraat statement. Ik ben onder de indruk.
"De sleutel tot deze molecule-tot-mens evoluties waren mutaties (genetische kopieerfouten) en natuurlijke selectie (de selectie van gunstige mutaties die dier of plant zodanig veranderen dat ze beter in staat zijn te overleven)."
Weer een niet al te inaccurate simplificatie van het onderwerp. More of this please. Toch twee kleine kanttekeningen: wat ik vind van mutaties een fout noemen heb ik al gezegd, zijn tweede tussen-haakjes lijkt oorzaak en gevolg om te draaien. Dieren veranderen niet van te voren om beter te kunnen overleven, ze veranderen doordat ze in die staat beter kunnen overleven.
En dat was alweer het einde van het citaat. Waarom Sörensen voor zo'n simpele samenvatting een derde nodig had is mij een raadsel. Wel is het handig voor ons, omdat het een kijkje in de keuken geeft wat betreft Sörensens bronnen. Jerry Bergman in dit geval. Wie is hij precies? Als we kijken naar zijn kwalificaties zien we één ding dat hem bioloog zou maken; hij heeft een PhD in Menselijke Biologie (iets zegt me dat dit niet op biologische antropologie slaat) van Columbia Pacific University. Deze "universiteit" heeft geen academische accreditatie en is wat men in het Engels heel mooi een 'diploma mill' noemt. Een plek waar je heen gaat als je graag een paar letters voor je naam wilt hebben maar daar geen moeite voor wilt doen. De staat California heeft dan ook mid jaren negentig op de rode knop van deze diploma mill gedrukt. Jerry Bergman is geen bioloog.
"De grootste misvatting omtrent deze theorie over het ontstaan van alle leven, is dat ze bewezen zou zijn door de wetenschap. Niets is minder waar, zoals je zult ontdekken in het volgende hoofdstuk."
'Onbewezen theorie' is een paradox van dezelfde orde als 'blauw en onzichtbaar'. Ik begrijp de verwarring, aangezien 'een theorie' in het dagelijks leven vaak niet veel meer betekend dan 'een gok', maar dat is niet de wetenschappelijke definitie, die is veel meer solide. Je kan in die context niets een theorie noemen tot het ook daadwerkelijk bewezen is. Dus waarom heet het 'een theorie' en niet 'een feit'? Omdat een feit één enkel stukje bewijs is. Een theorie is een hele bundel feiten. Een theorie verklaard de feiten. Individuele feiten kunnen betwist worden, maar de theorie is niets minder dan kennis. Zwaartekracht, bijvoorbeeld, is ook een theorie. En of je daar nou in "geloofd" of niet, je blijft gewoon lekker op de aarde staan.
Dan komt Sörensen aan met een quote mine van Hubert P. Yockey. Ik noem het een quote mine omdat het citaat zoals het hier staat duidelijk niet overeen komt met de meningen van de echte Yockey en het is een vrij lage actie om hem bij deze manier te gebruiken. Yockey heeft gezegd dat hij liever heeft dat er meestal van de wetten van evolutie gesproken wordt, in plaats van de evolutie theorie. Dit is dus meer een kwestie van semantiek dan wat dan ook. Yockey heeft in het echt in ieder geval nooit toespelingen gemaakt op het idee dat evolutie niet waar zou zijn. Dat zou bijzonder out of character zijn. Direct daarna gebruikt hij een quote mine die ik creationisten eerder heb zien gebruiken. Sörensens misbruik van Yockey heb ik express niet gekopieerd, maar het volgende citaat wordt dermate vaak gemisrepresenteerd dat enige uitleg op z'n plaats lijkt. Ook is het een goed voorbeeld van hoe quote mining werkt. Het betreft een citaat uit L. Harrison Matthews' voorwoord voor Origin of Species. Hier is het stukje dat Sörensen in zijn boek heeft overgenomen:
"Het feit van de evolutie is de ruggengraat van de biologie. De biologie verkeerd hierdoor in de merkwaardige positie dat zij een natuurwetenschap is die berust op een onbewezen theorie. Is ze dan wetenschap of geloof?"
Het lijkt zo duidelijk een bekentenis te zijn van een respectabele wetenschapper over de onbewezenheid van evolutie. De eerder genoemde term 'onbewezen theorie' wordt zelfs gebruikt! Niet zo gek dus dat Sörensen denkt jackpot te hebben. Helaas voor hem kan je dat idee alleen krijgen als je alleen dat ene stukje tekst leest. Als je het hele voorwoord leest (wat je online kan doen, David Sörensen jij luilak) wordt het duidelijk dat Matthews het heeft over het feit dat al voordat er concrete bewijzen waren voor evolutie, er zat naturalisten waren die het donkerbruine vermoedde hadden dat het waar was. Het idee van evolutie bestond immers al voor Darwin. Zij hadden alleen in argumentatie weinig om zich apart te zetten van creationistische collega's. Nu dat evolutie wel bewezen is, is er geen sprake meer van religie-achtige aannames in de biologie. Het probleem dat Matthews beschrijft is dan ook pre-Darwin en niet van toepassing in de moderne wereld.
Sörensen is niet content met het woorden in de mond leggen van twee wetenschappers en gaat vrolijk verder met een derde. Deze keer moet hoofd paleontoloog van het British Museum of Natural History te Londen, Dr. Colin Patterson, het ontgelden. Het zal toch niet wéér een quote mine zijn? Ja hoor, toch wel. Daarna citeert hij Darwin, die zijn boek onder andere "vreselijk hypothetisch" noemt. Waarom Sörensen denkt dat dit een probleem is weet ik niet. Is hij er niet van bewust dat er 142 jaar tussen de publicatie van 'On the Origin of Species' en de herziene uitgave van Sörensens boek (de versie die ik nu aan het lezen ben) zit? Zat tijd voor het vormen van een berg van bewijsmateriaal.
De volgende twee pagina's worden besteed aan waarom Sörensen denkt dat vogels niet van reptielen gekomen kunnen zijn. Tijdverspilling natuurlijk, want niemand argumenteerd zijn versie van de evolutie van de vogel. Vogels zijn dinosauriërs, en dinosauriërs waren geen reptielen (maar dinosauriërs. 'Dinosaurus' is geen soort maar een clade (dinosauria)). Als je het voor het eerst hoort kan 'vogels zijn dinosauriërs' vreemd klinken. Maar het is waar, ze zijn de directe afstammelingen van de enige niet uitgestorven tak van dinosauria. Hieronder een vergelijking tussen de poot van een emu en de poot van een Tyrannosaurus rex.
Bedenk ook dat we nu weten dat dinosauriërs veren hadden. De Velociraptor uit Jurassic Park zag er dan ook eerder zo uit (artistieke interpretatie):
(Ook was de Velociraptor uit Jurassic Park eigenlijk een combinatie van de Deinonychus antirrhopus en de Achillobator giganticus. En komen de Deinonychus antirrhopus, Achillobator giganticus en de Velociraptor eigenlijk uit de krijt periode, niet de jura (jurassic). Haal je feiten niet uit Hollywood is wat ik aan het zeggen ben.)
Sörensen maakt een soortgelijke fout op de volgende pagina waar hij uitlegt waarom hij denkt dat muizen geen vleermuizen kunnen worden. Nogmaals, niemand was dit aan het beweren. Hij laat als illustratie voor de evolutie een moderne muis zien met een pijltje naar een moderne vleermuis. Een grove misrepresentatie natuurlijk, dit is wat de evolutieleer hier echt over te zeggen heeft:
via IFL-Science |
via Wikipedia |
Sörensen maakt een soortgelijke fout op de volgende pagina waar hij uitlegt waarom hij denkt dat muizen geen vleermuizen kunnen worden. Nogmaals, niemand was dit aan het beweren. Hij laat als illustratie voor de evolutie een moderne muis zien met een pijltje naar een moderne vleermuis. Een grove misrepresentatie natuurlijk, dit is wat de evolutieleer hier echt over te zeggen heeft:
Dat witte streepje in het midden (de gedeelde voorouder) is geen muis trouwens. Niet dat we precies weten wat het wel is, maar muizen zijn knaagdieren en vleermuizen zijn zoogdieren.
De pagina daarna gaat over het menselijk brein. Alles wat daar in gezegd wordt is het resultaat van het omdraaien van oorzaak en gevolg waar ik het eerder over gehad heb. Sörensens observaties over zowel de evolutie van vogels, als dat van vleermuizen en dat van het menselijk brein staan uiteraard vol van het foutief gebruik van woorden als 'toevallig'.
Daarna nog wat meer citaten. Het is een combinatie van quote mines en citaten van mensen die niets met velden als biologie en paleontologie te maken hebben. Ik vermoed dat dit stukje alleen bestaat om de referentiepagina wat op te vullen. Alleen 'wat Ken Ham en Kent/Erik Hovind dan ook op het moment aan het doen zijn' neerzetten staat zo onprofessioneel.
Ik ben begonnen met zeggen dat ik vergeten ben waarom ik opgehouden ben met het schrijven over dit boek. Geloof me, ik weet het weer. Om zo eerlijk mogelijk te werk te gaan citeer ik Sörensen direct. Dit betekent dat ik zijn tekst over moet typen. Helaas is de tekst in kwestie dat van iemand die tegelijkertijd verwaand en objectief fout is. Een bijzonder ergerlijke combinatie. Ook blijft hij dezelfde fouten ad nauseam herhalen. Ik zie je bij het volgende hoofdstuk, maar niet te snel.